Gezien de prijsstijgingen op de huizenmarkt van de laatste jaren wil de stad zoveel mogelijk woningen activeren en laten bewonen als hoofdverblijfplaats.
Daarom dienen sinds 2015 eigenaars van tweede verblijven een jaarlijkse bijdrage te betalen.
Wat is een tweede verblijf?
Een tweede verblijf is elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid, op 1 januari van het aanslagjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregister, vreemdelingenregister of het wachtregister.
Dient niet tot hoofdverblijfplaats: een private woongelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters van Lier op 1 januari van het aanslagjaar.
Wat wordt niet beschouwd als tweede verblijf?
- een tent en woonaanhangwagen
- een gebouw uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit
- een tijdelijk leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat het, in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar, voor minstens 6 opeenvolgende maanden als hoofdverblijfplaats werd aangewend blijkens de gegevens van de bevolkingsregisters
- de woongelegenheid die werd opgenomen op een inventaris of register in het kader van de gemeentebelasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand
- een onderwijsinrichting, ziekenhuis, vluchthuis, woning aangewend voor begeleid wonen of met sociaal doel
- een hotelkamer, gastenkamer, vakantiewoning of vakantielogies volgens de definities van het decreet betreffende toeristische logies van 10 juli 2008 en latere wijzigingen
- weekendverblijven gelegen in recreatiegebied. Een weekendverblijf is een constructie, al dan niet verplaatsbaar, die op basis van de stedenbouwkundige voorschriften niet voor permanente bewoning kan bestemd worden
- een studentenkamer
Voorwaarden
- De toestand op 1 januari is bepalend voor de belastingschuld.
- De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het ganse jaar. Dit betekent dat wanneer je in de loop van het jaar het tweede verblijf zou verkopen of zelf gaan bewonen, je geen vermindering ontvangt van de belasting.
- Je ontvangt vanaf 1 juli in de loop van het aanslagjaar een aanslagbiljet en hebt 2 maanden tijd om het aanslagbiljet te betalen.
Procedure
Zodra het tweede verblijf bekend is, zal er jaarlijks een aangifteformulier met voorgedrukte gegevens gestuurd worden aan de eigenaar. Dit wordt indien nodig aangevuld, de eigenaar stuurt het aangifteformulier steeds terug naar de stad. De toestand op 1 januari is bepalend voor de belastingschuld.
Je kan je tweede verblijf ook online aangeven.
Bedrag
De belasting bedraagt 1.238,10 euro voor 2024.
Uitzonderingen
Wat als je niet akkoord bent?
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend, gemotiveerd en gedagtekend zijn. Het bezwaarschrift bevat minimaal de volgende gegevens:
- de identiteit en het adres van de indiener
- de woning of constructie waarop het beroepschrift betrekking heeft
De indiener motiveert voldoende het bezwaarschrift inclusief eventuele overtuigingsstukken. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Wat gebeurt er als je niet of niet tijdig een aangifte indient?
De stad zal de eigenaars ambtshalve belasten. Dit wil zeggen dat wanneer een woongelegenheid/constructie aanzien wordt als tweede verblijf, en waarvan na 31 oktober van het aanslagjaar geen aangifte werd ontvangen, een aanslagbiljet zal verstuurd worden.
Bij een eerste ambtshalve vaststelling wordt de normaal te betalen aanslag verhoogd met 25%. Vanaf een tweede ambtshalve vaststelling wordt de belasting verdubbeld.