Net zoals de ruimtelijke structuurplannen worden ook de ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt op 3 beleidsniveaus:
- Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, opgemaakt door het Vlaams Gewest.
- Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, opgemaakt door de provincie Antwerpen. Op de website van de provincie Antwerpen kan o.a. de lijst geraadpleegd worden van alle goedgekeurde provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen van de provincie Antwerpen, geordend per gemeente.
- Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, opgemaakt door de stad Lier.
De RUP’s (dus zowel gemeentelijke, als provinciale en gewestelijke) zullen langzamerhand de gewestplannen en bijzondere plannen van aanleg (BPA's) vervangen.
Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)
Een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) geeft uitvoering aan het ruimtelijk structuurplan Lier. Het heeft een verordenende waarde voor alle overheidsbeslissingen en legt voor een bepaald gebied of voor een bepaald thema onder meer vast:
- wat de bestemming is en welke activiteiten er mogelijk zijn;
- wat de inrichting is: waar bebouwing kan komen en aan welke voorwaarden (zoals oppervlakte, hoogte, materiaalgebruik, ...) die moet voldoen;
- het RUP kan ook vermelden op welke manier een bepaald gebied moet worden ingericht en beheerd, binnen welke termijnen dat moet gebeuren en onder welke voorwaarden
In de praktijk bevat een gemeentelijk RUP minstens een toelichtingsnota, een kaart met de feitelijke en juridische toestand en met de toekomstige toestand (grafisch plan) en stedenbouwkundige voorschriften. Eventueel bevat een RUP ook begeleidende studies zoals een milieueffectenrapport, een mobiliteitseffectenrapport, een ruimtelijk veiligheidsrapport, een masterplan, enz.. Een gemeentelijk RUP richt zich naar het ruimtelijk structuurplan Lier, het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen en het structuurplan Vlaanderen.
Te doorlopen goedkeuringsprocedure
Op 1 juli 2016 bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet waardoor de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd worden.
De integratie van de plan-milieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van het ruimtelijke uitvoeringsplan heeft als doelstelling om bij te dragen tot:
- een betere onderbouwing van het plan;
- een betere afstemming van het onderzoek van deze effectbeoordelingen en het vermijden van onnodige rapportages of informatie;
- een betere doorwerking van de maatregelen die voorgesteld worden in deze effectbeoordelingen;
- een groter draagvlak door een efficiënte en maatgerichte participatie in het planningsproces;
In het kader van deze geïntegreerde milieubeoordeling, werden volgende stappen in de procedure vastgelegd:
Stap 1: voorbereidende fase
De voorbereidende fase omvat alle acties die gebeuren voorafgaand aan de opmaak van de startnota en de procesnota (zie stap 2), de eerste formele stap van het geïntegreerde RUP-proces.
Stap 2: opmaak startnota en procesnota
De startnota heeft als doel om het voorgenomen RUP te initiëren en vooral de betrokken actoren, inclusief de adviesverleners te kunnen bepalen, met de doelstelling om draagvlak en onderbouwing van het RUP zo goed mogelijk te kunnen garanderen.
De procesnota is een aparte, op zichzelf staande nota die het volledige planningsproces omschrijft, zowel hoe het proces wordt gepland als hoe het effectief werd uitgevoerd. Het is dus een evolutief document: in de startfase zal dit nog zeer beperkt zijn, maar het document groeit aan naarmate het proces vordert.
Stap 3: organisatie raadpleging publiek en adviesvraag
Er wordt een participatiemoment ingevoerd waarbij de startnota en de procesnota aan het publiek, bestuursniveaus en adviesinstanties gedurende 60 dagen wordt voorgelegd.
Stap 4: opmaak scopingnota
De scopingnota bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan. Door het opmaken van de scopingnota wordt er richting gegeven aan het onderzoek voor wat betreft het plan zelf en de effecten.
Stap 5: opmaak (voor)ontwerp-RUP en effectbeoordelingen
Na de opmaak en het openbaar maken van de scopingnota wordt het plan verder uitgewerkt samen met de effectbeoordelingen en eventuele andere onderzoeken die relevant worden geacht.
Alternatieven worden onderzocht naar hun ruimtelijke en andere effecten en naar de doelstellingen van het plan. Eventueel kunnen bepaalde alternatieven verlaten worden op basis van de beoordelingen of kunnen nieuwe varianten worden toegevoegd (altijd onderbouwd met effectbeoordelingen).
Door middel van een plenaire vergadering of adviesronde wordt het ontwerpplan en de resultaten van de uitgevoerde effectbeoordelingen met de adviesinstanties besproken.
De gemeenteraad stelt vervolgens het ontwerp van het RUP voorlopig vast en stuurt het document ter advies naar de provincie en het Vlaams gewest.
Stap 6: organisatie van openbaar onderzoek
Het college organiseert een openbaar onderzoek van 60 dagen. De Gecoro speelt hierin een belangrijke rol want ze bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt hierover advies uit aan de gemeenteraad.
Stap 7: definitieve vaststelling van RUP en finale kwaliteitsbeoordeling
De gemeenteraad stelt binnen 180 dagen (de gemeenteraad kan op vraag van het college deze termijn met 60 dagen verlengen) na het einde van het openbaar onderzoek het RUP definitief vast, anders vervalt het plan.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking van het goedkeuringsbesluit in het Belgisch Staatsblad