Rekening houden met water!
In Vlaanderen en ook in Lier wordt veel gebouwd en verbouwd. Bij een aanvraag voor bijvoorbeeld een omgevingsvergunning proberen we door de aftoetsing van het dossier, de zogenaamde watertoets, toekomstige wateroverlast te beperken.
De bouw van een nieuwe woning of gebouw wijzigt de toestand van de waterhuishouding. We verharden meer en meer oppervlakten. Regenwater valt op daken en verhardingen en kan niet langer in de bodem dringen. Bovendien willen sommige mensen bouwen op een terrein dat regelmatig overstroomt. Als ze hun terrein ophogen om zichzelf te beveiligen, zoekt het water een andere weg en kan het daar schade aanrichten. Ook andere wijzigingen van het reliëf of van het bodemgebruik beïnvloeden de toestand van het water. Al deze effecten kunnen in mindere of meerdere mate schadelijk zijn voor de omgeving.
De watertoets is een beoordeling waarbij wordt nagegaan of een initiatief schadelijke effecten veroorzaakt als gevolg van een verandering in de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur. Het resultaat van de watertoets wordt als een waterparagraaf opgenomen in de vergunning of in de goedkeuring van het plan of het programma.
Concreet betekent het dat je in je omgevingsvergunning voorwaarden opgelegd kan krijgen om water te bufferen en/of te laten infiltreren. Het beste is dat je vanaf het ontwerp rekening houdt met waterbuffering en -infiltratie.
Sinds 24 november 2003 is - met het nieuwe decreet integraal waterbeleid - de watertoets in Vlaanderen in voege getreden. Bij elke beslissing over een plan, programma of vergunning moet de bevoegde overheid nagaan of er schade kan ontstaan aan het watersysteem. Zij mogen ingrepen met een schadelijk effect weigeren of, indien de schade kan beperkt worden, moeten ze compenserende maatregelen opleggen.