1. Ga dicht bij de persoon staan |
2. Zeg zijn/haar naam |
3. Raak zijn/haar lichaam aan |
4. Ga op gelijke hoogte staan |
5. Maak oogcontact |
6. Spreek traag en duidelijk |
7. Gebruik eenvoudige, concrete woorden en korte zinnen |
8. Benadruk uw woorden met gebaren |
9. Deel niet meer dan één boodschap per keer mee |
10. Gebruik instemmende uitspraken en houdingen |